-
1 éminence
éminence [eemienãs]〈v.〉1 hoogte ⇒ bodemverheffing, heuvel♦voorbeelden:Son Eminence le cardinal X • Zijne Eminentie kardinaal X1. fhoogte, heuvel2. adj -
2 grey
adj. grijs (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilverd (veelvoorkomend in Brits schrift)--------n. grijs (kleur) (veelvoorkomend in Brits schrift)--------v. vergrijzen (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilveren (het haar)(veel voorkomend in Brits schrift)grey1♦voorbeelden:————————grey22 grijs ⇒ bewolkt, grauw4 somber ⇒ treurig, triest6 grijs ⇒ vaag, onduidelijk♦voorbeelden:1 grey cells • grijze cellen, hersenenhis face turned grey • zijn gezicht werd (as)grauwGrey Friar • franciscaangrey squirrel • grijze eekhoorn→ little little/————————grey31 grijs worden/maken ⇒ (ver)grijzen -
3 Eminenz
-
4 grey eminence
-
5 l'Eminence grise
l'Eminence grise -
6 éminence grise
éminence grisegrijze eminentie, éminence grise -
7 graue Eminenz
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский